Het Maximum Power Point (MPP)
In bijgaand plaatje ziet U de karakteristiek van een paneel voor verschillende lichtsterktes (stralingsintensiteiten) bij een standaard paneeltemperatuur van 25°C.
Laten we de bovenste lijn eens als voorbeeld nemen omdat dit de stralingsintensiteit is van de standaard testcondities (STC).
Dit is 1000 Watt/m2. Dit is ongeveer gelijk aan de zonnestraling op 21 juni, 's middags om 12:00 uur, bij onbewolkte hemel en met een paneel van 1 m2 haaks op de zonnestraling. Dat is dus een stralingsniveau dat we in Nederland niet zo vaak bereiken.
Als we naar de 1000 W/m2 lijn kijken zien we:
bij kortsluiting (dit is als het voltage 0 is) een stroom (Isc) van ca 8 Ampere.
bij niet aangesloten paneel (als de stroom 0 is) een spanning (Voc) van 21,7 Volt
bij het maximum vermogen (dit is ongeveer in de knik van de lijn) een spanning van 17,4 Volt en een stroom van 7,2 Ampere. Dit is het Maximum Power Point (MPP) van het paneel.
Voor de maximale opbrengst van het paneel (altijd het maximum vermogen er uit proberen te halen) moeten we dus zorgen dat het paneel altijd op een zodanige spanning werkt, dat hij precies in de knik van de karakteristiek functioneert.
Dat is nog niet zo eenvoudig, omdat de spanning waarbij dit gebeurt, afhankelijk is van de stralingsintensiteit. U ziet, dat bij een stralingsniveau van 200 W/m2 de knik iets verder naar links -dus bij een lagere spanning- ligt dan wanneer de straling bijvoorbeeld 1000 W/m2 is.
Daarnaast is de ligging van het MPP ook nog eens afhankelijk van de temperatuur van de cellen in het paneel.
Gelukkig hoeven we ons daar allemaal niet zo heel druk over te maken, omdat de omvormer (inverter), die de gelijkspanning van de panelen omzet in wisselspanning, zelf zorgt dat de panelen continu op het meest gunstige punt van hun karakteristiek functioneren. Het systeem in de inverter dat daarvoor zorgt, noemen we met een mooie Engelse uitdrukking de Maximum Power Point Tracker (MPPT).
Voor details zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Maximum_power_point_tracking
Laten we de bovenste lijn eens als voorbeeld nemen omdat dit de stralingsintensiteit is van de standaard testcondities (STC).
Dit is 1000 Watt/m2. Dit is ongeveer gelijk aan de zonnestraling op 21 juni, 's middags om 12:00 uur, bij onbewolkte hemel en met een paneel van 1 m2 haaks op de zonnestraling. Dat is dus een stralingsniveau dat we in Nederland niet zo vaak bereiken.
Als we naar de 1000 W/m2 lijn kijken zien we:
bij kortsluiting (dit is als het voltage 0 is) een stroom (Isc) van ca 8 Ampere.
bij niet aangesloten paneel (als de stroom 0 is) een spanning (Voc) van 21,7 Volt
bij het maximum vermogen (dit is ongeveer in de knik van de lijn) een spanning van 17,4 Volt en een stroom van 7,2 Ampere. Dit is het Maximum Power Point (MPP) van het paneel.
Voor de maximale opbrengst van het paneel (altijd het maximum vermogen er uit proberen te halen) moeten we dus zorgen dat het paneel altijd op een zodanige spanning werkt, dat hij precies in de knik van de karakteristiek functioneert.
Dat is nog niet zo eenvoudig, omdat de spanning waarbij dit gebeurt, afhankelijk is van de stralingsintensiteit. U ziet, dat bij een stralingsniveau van 200 W/m2 de knik iets verder naar links -dus bij een lagere spanning- ligt dan wanneer de straling bijvoorbeeld 1000 W/m2 is.
Daarnaast is de ligging van het MPP ook nog eens afhankelijk van de temperatuur van de cellen in het paneel.
Gelukkig hoeven we ons daar allemaal niet zo heel druk over te maken, omdat de omvormer (inverter), die de gelijkspanning van de panelen omzet in wisselspanning, zelf zorgt dat de panelen continu op het meest gunstige punt van hun karakteristiek functioneren. Het systeem in de inverter dat daarvoor zorgt, noemen we met een mooie Engelse uitdrukking de Maximum Power Point Tracker (MPPT).
Voor details zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Maximum_power_point_tracking